- Emotionele conflichten, bijvoorbeeld na een echtscheiding, overlijden (rouwverwerking), ziekte of na andere traumatische gebeurtenissen.
- Lichamelijke klachten, bijvoorbeeld buikpijn, hoofdpijn of eczeem waar geen medische oorzaak voor te vinden is.
- Aangeleerde probleem-gewoontes zoals nagelbijten, duimzuigen, haar-plukken, tandenknarsen, snoepen.
- Gedragsproblemen zoals woede-aanvallen, destructief gedrag, anti-sociaal gedrag, liegen, stelen, contactverbrekingen, gebrek aan concentratie, verlegenheid.
- Ontwikkelingsproblemen zoals eet-, slaap-, zindelijkheidsproblemen, hechtingsproblematiek, puberproblematiek zoals depressie, eetstoornissen, planningsproblemen of levensvragen.
- Omgaan met bijzondere eigenschappen zoals hooggevoelig zijn, spiritualiteit (nieuwe tijdskinderen), autodidactische instelling (uitvinders) en intellectueel talent (hoogbegaafdheid).
- Gepest worden of pestgedrag.
- Jongeren en jong-volwassenen met depressieklachten.